De bedrijfstest is feitelijk een test van de (on)volwassenheid van jouw organisatie. De stellingen omschrijven een chaotische, ongeorgansieerde maturity level one organisation waartegen je jouw bedrijf, organisatie of afdeling benchmarkt. Volwassenheidniveaus of maturity levels lopen meestal van 1 tot en met 5 maar ik voeg daar graag een niveau aan toe: niveau 0 (nul).
Wat was jouw score op de bedrijfstest? Trek het af van tien en deel dat getal door twee.
Voorbeeld:
Je scoort een 2,6 op de bedrijfstest. (10 – 2,6) / 2 = 3,7. Het volwassenheidsniveau is naar beneden afgerond 3 (met hoop op de toekomst want je neigt naar 4). Bij een bedrijfsscore van 7,2 kom je uit op een volwassenheidsniveau van (10 – 7,2) / 2 = 1,4 dus afgerond 1. Dan is er zeker nog wat werk te doen.
Wat betekenen die volwassenheidsniveaus? Kijk maar eens hier:
Niveau 0 – afwezig/niet van toepassing
De organisatie is zich totaal onbewust van enig probleem. De medewerkers zouden niet weten wat ze anders zouden moeten doen, want ze zijn gezegend met onwetendheid. Niets maakt iets uit. Het hele bedrijf verkeert continu in een permanente chaos en die chaos is standaard geworden. Iedereen rent door elkaar heen alsof het de normaalste zaak van de wereld is, en dat is het voor hen ook. Mens, methode en machine hebben in dit soort omgevingen zwaar te lijden, leiderschap, volwassenheid en weerbaarheid zijn onbekende begrippen.
Niveau 1 – initieel/gedesorganiseerd
Alles is ad hoc en chaotisch. Problemen worden pas aangepakt als ze zich voordoen. Er wordt volledig vertrouwd op de ‘lokale helden’ die individuele wonderen verrichten, hopend dat ze niet een keer tegen een boom rijden. Er zijn nauwelijks stabiele processen, alles is ongecoördineerd. Het heeft hier geen zin nieuwe technologieën te introduceren. Er is geen opleidingsprogramma en het verzamelen en analyseren van informatie gebeurt willekeurig en ongestructureerd.
Niveau 2 – herhaalbaar/intuïtief
Er wordt al gebruikgemaakt van kennis die eerder is opgedaan, zij het sporadisch. Succes is nog steeds sterk afhankelijk van ‘lokale helden’, maar beslissingen worden al genomen op basis van ervaring. Informatie wordt echter niet algemeen gedeeld om van te leren. Er vindt training plaats maar niet structureel en nog niet vanuit zicht op het grotere geheel.
Niveau 3 – gedefinieerd/gestructureerd
De belangrijkste bedrijfsprocessen zijn gestandaardiseerd. De afhankelijkheid van ‘lokale helden’ is drastisch gereduceerd. Er zijn daadwerkelijk menselijke back-ups. Er wordt veel beter samengewerkt en training wordt ontwikkeld door deze te koppelen aan functies en rollen. De bedrijfsprocessen en het management ervan zijn veel breder geïntegreerd. Procedures zijn gestandaardiseerd maar nog zonder corrigerend vermogen.
Niveau 4 – gemanaged/gecontroleerd
De kwaliteit van het bedrijfsproces wordt voortdurend gemeten zodat het gestructureerd kan worden bijgestuurd. Er is een sterk besef van teamwork en teamplay. Deelprocessen en -procedures zijn gedeeltelijk geautomatiseerd en worden op alle niveaus begrepen, gecorrigeerd en continu verbeterd. Geïntegreerde bedrijfsinformatie wordt gebruikt om het gehele bedrijfsproces kwalitatief en kwantitatief te begrijpen. Het opleidingsbeleid is gestandaardiseerd en aangepast aan het grotere geheel.
Niveau 5 – geoptimaliseerd/geïntegreerd
De organisatie is de ‘beste van de klas’, adaptief, zelfreinigend en verbetert zich continu. Alles loopt als een geoliede machine en er is nog slechts hier en daar finetuning nodig. Iedereen is betrokken bij procesverbetering en de teamgeest is optimaal. Alle bedrijfsprocessen worden continu en systematisch verbeterd. Nieuwe technologieën worden proactief opgezocht en probleemloos ingevoerd en het opleidingsbeleid is volledig geïntegreerd.